De kerk
De kerk is schilderachtig gelegen op een zandkop aan de rand van bosachtig gebied.
De laatgotische kerk uit circa 1300 is gebouwd van kloostermoppen, het was eerst een RK-kerk. De kerk is gebouwd op een fundament van keistenen en de kerk is 14,25 m. lang en 7,5 m. breed. De muren zijn een halve meter dik en zoals de meeste Friese kerken is de stand west-oost, richting Jeruzalem.
De noord- en zuidgevel hebben elk zeven spaarvelden met spitsbogen en drie vensters.
In 1620 is de kerk verbouwd. Het koor aan de oostzijde werd gesloopt en vervangen door een vlakke muur met jaartal-ankers en twee kleine vensters. In de westgevel met vier spaarvelden werd een nieuwe ingang aangebracht. De ingang voor vrouwen aan de noordzijde en de ingang voor mannen aan de zuidzijde werden dichtgemetseld. Aan de zuidzijde zit een gevelsteen met een engeltje.
Het interieur wordt gedekt door een houten tongewelf uit de 18e eeuw. De dooptuin (1620) is in renaissancestijl.
Klokkenstoel en klok
Op het kerkhof staat een in 1950 vernieuwde klokkenstoel met schilddak.
De bronzen luidklok (1750) is gegoten door Johan Christiaan Borchhard te Groningen en werd geschonken door grietman Van Haersma en enkele notabelen. In 1944 werd de klok door de Duitsers gevorderd, maar keerde heelhuids terug.
Eigendom kerk
In 2013 werd het kerkgebouw eigendom van de Stichting Alde Fryske Tsjerken. Het gebruik en klein onderhoud is uitbesteed aan de Beheercommissie Kleastertsjerke Koartehimmen.
Interieur
De kerk heeft een houten tongewelf met trekbalken. Bij de restauratie in 2002 zijn deze gedeeltelijk vervangen want de bonte knaagkever had een aantal balken aangetast. De oorspronkelijke fragmenten van een wandbekroning in de vorm van een spitsbogenreeks zijn eveneens gereconstrueerd. De muren zijn opnieuw bepleisterd, houten vloerdelen vernieuwd en er is centrale verwarming aangelegd. Een toilet werd ingebouwd in de voormalige opbergkast.
Preekstoel
De preekstoel, het doophek en de lezenaar -die gebruikt werd door de voorzanger- zijn uit de eerste helft van 1600. De kuipkansel heeft gegroefde hoekzuilen en toogpanelen in renaissancestijl. Zeer waarschijnlijk zijn deze bij de restauratie begin 17e eeuw aangebracht. Het klankbord is jonger. De kanselbijbel dateert uit 1643.
Orgel
Het orgel is in 1935 gebouwd door de firma Bakker en Timmenga voor een bedrag van Fl. 1700,-. Zij maakten gebruik van oudere onderdelen. In 1994 werd bij het orgel een nieuwe elektrische windvoorziening aangebracht zodat de “pûstertraper” (een zgn. ‘orgeltrapper’) niet meer nodig was. In 2007 is het orgel opnieuw gerestaureerd. Het heeft één klavier en geen pedaal.
Tevens werd het orgel en het balkon in imitatie-mahonie geschilderd, het architraaf en de pilaren in imitatie-marmer en de onderwand in imitatie-eiken.
Ramen
In september 2007 is in het kader van het eerste lustrum van de toenmalige “Stichting Vrienden van het Kerkje” (culturele commissie) aan de kerkenraad een cadeau in de vorm van twee kunstraampjes aangeboden (2012), voorstellende de nacht en de dag. Jan Murk de Vries is de ontwerper en uitvoerder.